Ouder worden: verschil tussen versies
| (Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 8: | Regel 8: | ||
| − | Als iemand dit weet en ernaar handelt, dan gaat een mens de toekomst ook zien als iets heel aantrekkelijks, met talloze mogelijkheden die er nog open staan om te ontdekken en te beleven. Dan is een mens jong, en hij blijft ook jong hoe oud hij ook moge zijn in jaren. En als hij zijn lichaam niet gebruikt om al zijn energie te verspillen aan onnutte dingen en opwinding, dan kan hij zijn energie gebruiken waar hij voor is: voor verdere ontplooiing en ontwikkeling. Wat iemand dan ook doet, hij doet dat in een juist [[ritme]]. Want vrede en stilte en de ritmen daarvan zijn de grootste kracht in een menselijk lichaam. Daar bloeit het bij op, in plaats van dat het uitput. | + | Als iemand dit weet en ernaar handelt, dan gaat een mens de toekomst ook zien als iets heel aantrekkelijks, met talloze mogelijkheden die er nog open staan om te ontdekken en te beleven. Dan is een mens jong, en hij blijft ook jong hoe oud hij ook moge zijn in jaren. En als hij zijn [[lichaam]] niet gebruikt om al zijn [[energie]] te verspillen aan onnutte dingen en opwinding, dan kan hij zijn energie gebruiken waar hij voor is: voor verdere ontplooiing en ontwikkeling. Wat iemand dan ook doet, hij doet dat in een juist [[ritme]]. Want [[vrede]] en [[stilte]] en de ritmen daarvan zijn de grootste kracht in een menselijk lichaam. Daar bloeit het bij op, in plaats van dat het uitput. |
Huidige versie van 25 mei 2016 om 19:57
Een mens wordt oud als hij niet meer in progressie is. Ouder worden hangt dus niet van leeftijd af.
Een mens is oud als hij het wel heeft gehad, alles denkt te hebben gezien, alles denkt te weten. Als hij trots is op wat hij heeft bereikt, is hij oud. Dan begint hij af te takelen. Als hij denkt genoeg te hebben bereikt in het leven, genoeg te hebben gewerkt, dan is hij oud.
Maar het tegendeel gebeurt als hij ervan overtuigd is dat er nog heel veel te ontdekken is in het leven. En als hij weet, dat alles wat hij weet nog niets is vergeleken met dat, wat er nog te kennen valt. Ook het feit, dat een mens merkt, dat het punt waar hij is slechts een beginpunt is, hij staat nog bij af.
Als iemand dit weet en ernaar handelt, dan gaat een mens de toekomst ook zien als iets heel aantrekkelijks, met talloze mogelijkheden die er nog open staan om te ontdekken en te beleven. Dan is een mens jong, en hij blijft ook jong hoe oud hij ook moge zijn in jaren. En als hij zijn lichaam niet gebruikt om al zijn energie te verspillen aan onnutte dingen en opwinding, dan kan hij zijn energie gebruiken waar hij voor is: voor verdere ontplooiing en ontwikkeling. Wat iemand dan ook doet, hij doet dat in een juist ritme. Want vrede en stilte en de ritmen daarvan zijn de grootste kracht in een menselijk lichaam. Daar bloeit het bij op, in plaats van dat het uitput.
