Flamboise
De flamboise is het lila vuur, het eenheidsvuur, dat brandt in iedere cel na de transformatie van de materie van het oppervlaktelichaam. Dit vuur begint te branden nadat de mens een waarheidswezen is geworden, een overgangswezen. Het is een vuur dat rood, goud en wit is, soms ook blauwwit. Dit vuur bestaat uit rood vuur, dan ben je nog niet te zien als lila lichtwezen. Uit dit rood komt het gouden vuur te voorschijn, dan ben je ook nog niet te zien als lila lichtwezen. Als het witte vuur hieruit wordt geboren, dan ben je steeds meer te zien als lila lichtwezen. Dit witte vuur van de flamboise kan ook blauwwit zijn. Het eenheidsvuur bevat alle vuren die er bestaan. Het is zijn, bewustzijn en vermogen, liefde en vreugde.
De flamboise bestaat voor 33 1/3 % uit fysiek vuur, rood vuur;
voor 33 1/3 % uit waarheidsvuur, gouden vuur;
voor 33 1/3 % uit lila vuur, wit vuur.
Dit witte vuur houdt ook het blauwwitte vuur in zich, het vreugdevuur.
De flamboise is het formatieve principe van intensiteit gepresenteerd aan onze zintuigen in de materie als licht, hitte en vuur.
Vuur = passie
Licht = concentratie van licht, dat wordt vuur.
Hitte = ritme, frequentie van licht.
Zon = concentratie van licht, heldere straling van zijn, licht wordt vuur, en straalt hitte uit.
Genezen gebeurt ook door vuur. Concentratie, vuur en ritme zijn nodig om materie te veranderen: door concentratie wordt het licht dat we zijn gebundeld en gericht op de plek waar het de dingen in verandering moet brengen en dat gebeurt met de eenheid van ritme, dan eens brandt het vuur zacht, dan weer hard, al naar gelang nodig.
Dus:
Het licht is overal (Lila)
Geconcentreerd licht = vuur = flamboise = passie
Vuur = passie die straalt
Hitte, wit, = ritme, vibraties, frequentie van licht.
