Pacifisme
Een pacifist is een vredeminnaar, een vredelievende minnaar, dus in de illusie waarin de mensheid leeft als een oorlogstoker en oorlogszuchtige persoon.
De pacifist in de wereld vernietigt alles en verstikt alles wat leeft. Het is als week slijm van de geslachtsorganen dat heel vijandig werkt. Vredesslijm is vernietigingsslijm, oorlogsslijm, daarmee maak je de ander helemaal kapot.
De mensen delen de wereld in in twee kampen, de pacifisten en de oorlogszuchtigen. Je bent dan voor of tegen de oorlog. Dat is een heel verdelend en splijtend principe. Het is de tweedracht die er overal in de wereld is en die alles verlamt.
Vrede is oorlog omdat het moét. Er bestaat helemaal geen vrede, alleen oorlog. Het waanidee is dat seks vrede is, maar het is oorlog. Het leven staat ook op het spel. In de oorlog is er een zware levensbedreiging en dat zorgt voor veel hijgen. Onheil geeft angst en spanning. Dat slaat over op de levensadem en daar gaat iemand van hijgen. Als het hijgen mág, scheelt dat al veel in de spanning.
In de realiteit is er geen vrede en ook geen oorlog. Er is alleen de eenheid van vrede.
Vernietiging bestaat ook niet, wel de eenheid van perfectie en zo voort.
Dat pacifisme is inertie. De inertie die ervoor zorgt dat de materie zo oorlogszuchtig en vernietigend blijft.
Lachen, vriendelijk zijn naar anderen, vredelievend zijn is een schijnvertoning. Het is een leugen, het is oorlogstokerij.
Vrede is niet bewegen, stilstaan, geen actie.
Het leven in de illusie is een heel beangstigend leven, altijd staat het leven op het spel. Vandaar dat er altijd oorlog is, ook al lijkt het niet zo.